Deel dit bericht via:

23-05-2020


Verbondenheid is heel belangrijk voor een mens, rechtstreeks of onrechtstreeks.

Door deze crisis worden mensen gedeeltelijk of helemaal afgesloten van sociale contacten. Dat is voor sommigen een catastrofe. Zelfs voor mensen die van thuis kunnen werken.

In een wekenlange totale eenzaamheid groeit de wanhoop. Geen enkel contact meer, zelfs niet aan de koffieautomaat. Dan is het goed eens een stem te horen, het eens te kunnen zeggen.

Anderen worden door deze situatie gedwongen de gezinssituatie onder ogen te zien. Situaties van géén privacy, van irritaties, van ruzies of zelfs geweld. Irritante familieleden worden nu hatelijk of onuitstaanbaar. Dan is er gelukkig de telefoon of chat om stoom af te blazen.

Sommige mensen zien hun geliefden alleen nog op skype. Wekenlang weg van je lief, je (klein)kind, je familie, je vrienden. Dat kan beklemmend worden, zo alleen. Goed dat je dan eens een traan kunt laten bij de stem aan de telefoon, want tegenover hen doe je dat liever niet.

Er zijn ook mensen die anders ook zouden gebeld of gechat hebben, zonder coronacrisis, maar deze maakt de situatie alleen maar erger. De isolatie maakt het leed van vaak psychische problemen erger. Je zal maar smetvrees hebben, of een hypochonder zijn, of psychotisch, paranoïde, depressief of suïcidaal.

Vrijwilliger zijn is een hoopvolle bezigheid, geen vat vol ellende. Als je iemand kan bijstaan of wat opluchting kunt geven kan je dag niet meer stuk. Voor mij is er geen verdienste aan, integendeel, het maakt me net ‘gelukkiger’. Dat is een raar woord in deze omstandigheden. Misschien is het beter om te zeggen: het maakt me, denk ik, meer mens en dat is een goed gevoel. Je geeft een handvol aandacht en krijgt bijna altijd handenvol dankbaarheid terug.

In deze tijd ook geen gaten in het dienstrooster, ondanks het feit dat een aantal mensen geen dienst kunnen/mogen doen omwille van besmettingsgevaar. We zijn extra gemotiveerd.


>